Als de rijbaan beschadigd is en ongelukken veroorzaakt, zijn de gebruikers dan aansprakelijk?

De rechter stelt het bestaan van een gebrek in de zaak vast. Hij kan de stad slechts van haar aansprakelijkheid ontheffen indien hij aanvaardt dat de schade zich ook zonder dit gebrek zou hebben voorgedaan.

Als de rijbaan beschadigd is en ongelukken veroorzaakt, zijn de gebruikers dan aansprakelijk?

De rechter die een gebrek aan een zaak vaststelt, kan de houder van die zaak slechts van zijn aansprakelijkheid ontheffen indien hij erkent dat de schade zich ook zonder het gebrek aan die zaak zou hebben voorgedaan. Deze regel is ook van toepassing op verkeerszaken.

Het Hof van Cassatie heeft zich onlangs over deze kwestie uitgesproken.

Een groep van ongeveer zestien fietsers reed op een weg die door de stad werd onderhouden. Er waren werkzaamheden op de rijbaan.  Een van de fietsers kondigde de aanwezigheid van een gat aan.  

De eerste fietser probeerde over het gat te springen maar viel op de grond. De tweede fietser kon de eerste niet meer ontwijken en viel daarom ook.

De zaak komt voor de rechter. 

Volgens het vonnis was het gat van een bepaalde grootte. Het vormde een duidelijk zichtbaar obstakel dat mondeling werd gesignaleerd, wat de eerste gevallen fietser hoorde.  

De rechter in hoger beroep was van oordeel dat het manoeuvre van de eerste fietser, die over het gat sprong in plaats van er met een lage snelheid langs te fietsen, gevaarlijk en ongeschikt was.

Hij besloot dat het de ongepaste en roekeloze houding van de eerste fietser was die zijn verwondingen veroorzaakte. Volgens hem was hij verantwoordelijk voor zijn eigen veiligheid en moest hij de gevolgen van zijn roekeloze daad dragen zonder zich te kunnen bevrijden met een beroep op de verantwoordelijkheid van de stad. 

Het Hof van Cassatie heeft bij dit arrest twee problemen vastgesteld:

1.     De rechter leidde het ontbreken van een causaal verband tussen het gestelde gebrek aan de weg en de schade uitsluitend af uit de fout van de eiser.  Daarbij heeft hij niet opgemerkt dat de schade zich ook zou hebben voorgedaan met een andere houding van de fietser. Hij handelde dus niet in overeenstemming met de wet;

2.     Hij heeft ook niet geantwoord op de stelling van de tweede fietser dat de eerste fietser voor hem, door de manier waarop hij was gevallen, een niet te voorzien obstakel vormde dat hij niet had kunnen vermijden.

Op deze twee gronden heeft het Hof het bestreden arrest vernietigd en terugverwezen naar hoger beroep.