Inkomen uit een leefloon en co-ouderschap, hoe wordt dit berekend?
Het leefloon is één aspect van het recht op integratie, één vorm van steun die de OCMW's kunnen bieden. Hun opdracht is niet om een inkomen te verschaffen, maar wel om de mogelijkheid te bieden het eigen leven in handen te nemen door naar onafhankelijkheid te streven. Waar mogelijk wordt getracht te zorgen voor integratie in de samenleving door middel van werkgelegenheid.

Er zijn drie categorieën ontvangers van leeflonen. Deze categorieën zijn bij wet vastgesteld en bepalen het bedrag van de maandelijks te verwachten alimentatie:
-
personen die met één of meer personen samenwonen = bedrag voor een samenwonende persoon;
-
alleenstaanden = bedrag voor een alleenstaande;
-
gezinshoofden met ten minste één ongehuwd minderjarig kind.
In het geval van de laatste categorie, als men samenwoont met een partner, geldt het bedrag voor beide partners samen.
Soms is het niet duidelijk in welke categorie iemand valt. In een recente zaak oordeelde het arbeidshof dat een vrouw die afwisselend samenwoonde met de vader van haar kinderen slechts de helft van de tijd een leefloon tegen het tarief voor een gezin met kindlast mocht ontvangen en de andere helft van de tijd tegen het tarief voor een alleenstaande.
Het probleem met deze beslissing is dat geen rekening wordt gehouden met het feit dat het begrip "samenleven met anderen" impliceert dat deze andere personen regelmatig bij het gezinshoofd aanwezig zijn. Het vereist niet hun ononderbroken aanwezigheid.
Het Hof van Cassatie oordeelde dat de rechters hun beslissing om het bestaansminimum vast te stellen op de helft voor een gezin ten laste en op de helft voor een alleenstaande, juridisch niet had gerechtvaardigd.