Moeten alle getuigen in strafzaken gehoord worden in een rechtszitting?
Getuigen van een misdrijf die bij de politie of voor de onderzoeksrechter verklaringen afleggen tegen een beklaagde, kunnen ook opgeroepen worden in de rechtbank. Maar niet altijd.

In een recente zaak had een vrouw iemand herkend in het opsporingsprogramma Faroek. Ze legde verklaringen af over de man die nog bij haar in de buurt had gewoond, dat hij degene was die op de beelden de feiten had gepleegd. Het ging dus om een getuige à charge: iemand die verklaringen in zijn nadeel had afgelegd.
In eerste instantie vroeg de beklaagde om een Oslo-confrontatie. Dat betekent dat de vrouw hem had moeten herkennen in een groep van 5 andere mogelijke daders. De onderzoeksrechter weigerde dit. In de rechtszitting vroeg hij om deze getuige te kunnen ondervragen. Ook dat werd hem geweigerd.
Het feit dat een getuige à charge niet mag ondervraagd worden in de rechtbank, betekent niet altijd dat het geen eerlijk proces meer is. Een getuige kan bijvoorbeeld vrezen dat er intimidatie of bedreiging gaat volgen na een publieke verschijning. Of de verklaringen zijn niet belangrijk genoeg in de context van de veroordeling, die duidelijk blijkt uit andere elementen. Soms zijn er genoeg andere compenserende maatregelen, zoals een Oslo-confrontatie of het ondervragen voor de terechtzitting.
In dit geval was dat niet zo. De verklaringen van de getuige waren cruciaal voor de veroordeling, en het was volgens het Hof van Cassatie niet voldoende duidelijk hoe deze persoon zou kunnen geïntimideerd of bedreigd worden bij een mogelijke getuigenis in de rechtbank.
Dit betekent dat de veroordeling van de man vernietigd werd, en opnieuw beoordeeld zal moeten worden.