Onterecht ontslagen en een schadevergoeding van 13 jaar verloren wedde, of toch niet helemaal

Een man werd onterecht ontslagen, besliste de Raad van State 13 jaar na het ontslag. Hij wilde dus vergoed worden voor de lonen van de periode waarin hij had moeten tewerkgesteld blijven. Klein detail: hij had ondertussen wel andere inkomsten gehad.

Onterecht ontslagen en een schadevergoeding van 13 jaar verloren wedde, of toch niet helemaal

De man werkte tussen 1977 en 1995 voor het btw-kantoor in Antwerpen. Na een reeks incidenten, gaande van ondermaatse prestaties en beledigingen naar fysiek geweld, werd er in 1995 een tuchtstraf opgelegd: de tewerkstelling werd beëindigd. 

13 jaar later vernietigde de Raad van State die beslissing. 

Dit betekende dat hij moest worden vergoed voor de gehele periode waarin hij eigenlijk nog tewerkgesteld had moeten blijven. De situatie moest worden behandeld alsof hij nooit ontslaan was geweest. 

De Belgische staat moest hem het equivalent van 13 jaar aan achterstallige wedden, vakantiegeld en eindejaarstoelagen als schadevergoeding betalen. 

Maar de man had ondertussen ook ziekte-uitkeringen en loon ontvangen. Volgens de staat moest dit bedrag, ongeveer 220.000 euro, worden afgetrokken van de verschuldigde schadevergoeding. 

Het Hof van Cassatie heeft bevestigd dat deze inkomsten moeten worden beschouwd als een voordeel dat ontstond uit het onterecht ontslag. Dat voordeel moet daarom worden toegerekend op het bedrag van de schadevergoeding.